NJB 2024/318
Strafbaarstelling van belediging in art. 266 lid 2 Sr en de vrijheid van meningsuiting in art. 10 EVRM: de Hoge Raad zet het kader uiteen. In casu kon het hof oordelen dat in de specifieke omstandigheden van dit geval de uitlating van de verdachte beledigend is voor de betrokken motoragent en niet kan worden aangemerkt als een bijdrage aan het publieke debat over het volgens de verdachte ‘institutionele racisme binnen de politie’. In casu heeft de verdachte, terwijl hij langsreed op de fiets, in de richting van de motoragent geroepen ‘Hey hey ho ho racist police has to go’, toen deze een persoon bekeurde die door de verdachte is aangeduid als een persoon van kleur, waarbij de verdachte geen kennis droeg van de reden van die – rustig verlopende – bekeuring.
HR 23-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:71
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
22/00935
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:71, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1005, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑08‑2022
- Wetingang
Essentie
Strafbaarstelling van belediging in art. 266 lid 2 Sr en de vrijheid van meningsuiting in art. 10 EVRM: de Hoge Raad zet het kader uiteen. In casu kon het hof oordelen dat in de specifieke omstandigheden van dit geval de uitlating van de verdachte beledigend is voor de betrokken motoragent en niet kan worden aangemerkt als een bijdrage aan het publieke debat over het volgens de verdachte ‘institutionele racisme binnen de politie’. In casu heeft de verdachte, terwijl hij langsreed op de fiets, in de richting van de motoragent geroepen ‘Hey hey ho ho racist ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.