Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 8.8 Aanmelding en toelating
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
09-02-2022, Stb. 2022, 135 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35671)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, Stb. 2022, 481 (uitgifte: 30-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
De ouders melden de leerling indien mogelijk ten minste tien weken voor de datum met ingang waarvan toelating wordt gevraagd schriftelijk aan. Daarbij geven zij aan bij welke andere school of scholen ook om toelating is verzocht.
2.
Het bevoegd gezag beslist over toelating van een leerling zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen zes weken na de dag van ontvangst van de aanmelding. Indien de beslissing niet binnen zes weken kan worden genomen, deelt het bevoegd gezag dit aan de ouders mee en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beslissing wordt genomen. Deze termijn bedraagt ten hoogste vier weken.
3.
Het bevoegd gezag van een bijzondere school kan beslissen om een aanmelding niet te behandelen indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor het beoordelen van de aanmelding of voor het voorbereiden van de toelatingsbeslissing. Het bevoegd gezag geeft de ouders de gelegenheid om de aanmelding aan te vullen binnen een termijn die het bevoegd gezag heeft gesteld.
4.
Het bevoegd gezag van een bijzondere school maakt de beslissing over toelating van een leerling schriftelijk en, in geval van weigering van de toelating, voorzien van een deugdelijke motivering, bekend aan de ouders.
5.
Binnen zes weken na de bekendmaking kunnen de ouders bij het bevoegd gezag van een bijzondere school bezwaar maken tegen een beslissing over toelating van een leerling.
6.
Op een bezwaarschrift tegen een beslissing over toelating van een leerling, beslist het bevoegd gezag, voor zover het een openbare school betreft in afwijking van artikel 7:10 Awb, binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Voorafgaand daaraan wordt de leerling in de gelegenheid gesteld, te worden gehoord en kennis te nemen van de adviezen en rapporten over die beslissing.
Is de leerling jonger dan achttien jaar, dan komen deze rechten ook toe aan diens ouders.
7.
De toelating tot een school wordt niet afhankelijk gesteld van een andere dan een bij of krachtens de wet geregelde financiële bijdrage.
8.
In afwijking van het eerste lid, eerste volzin, melden de ouders de leerling die afkomstig is van een school als bedoeld in artikel 8.5, eerste lid, en voor wie toelating wordt gevraagd tot het eerste leerjaar, aan in de periode van 25 maart tot en met 31 maart.