Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 8.13 Tijdelijke plaatsing
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Indien de aanmelding gaat over een leerling die niet is ingeschreven op een andere school, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet onderwijs voor wat betreft het daaraan verzorgde voortgezet speciaal onderwijs, en het bevoegd gezag de beslissing over de toelating tien weken na de aanmelding nog niet heeft genomen, plaatst het bevoegd gezag de leerling tijdelijk op de school en schrijft het bevoegd gezag hem tijdelijk als leerling in.
2.
De tijdelijke plaatsing gaat in op de dag volgend op de termijn van tien weken, of op de eerstvolgende dag waarop de leerling voldoet aan de voorwaarden om te kunnen worden toegelaten tot de school.
3.
Het bevoegd gezag zet de tijdelijke plaatsing om in een definitieve plaatsing indien de leerling wordt toegelaten.
4.
Weigert het bevoegd gezag de toelating van de leerling of beslist het bevoegd gezag de aanmelding niet te behandelen, dan beëindigt het bevoegd gezag de tijdelijke plaatsing van de leerling en schrijft de leerling uit met ingang van de dag die volgt op de dag waarop het bevoegd gezag de toelating weigert of beslist de aanmelding niet te behandelen.