RvdW 2018/127
Energierecht. Contractuele verplichting chemiebedrijf tot vestiging opstalrecht voor transformatoren t.b.v. netbeheerder; belang vraag wie eigenaar is van de transformatoren; belang bij vestiging opstalrecht. Samenhang met 16/03552.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 januari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/03556
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Energierecht / Algemeen
Energierecht / Distributie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:12, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1205, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2017
- Wetingang
Art. 3:4, 5:20, 5:101 BW
Essentie
Energierecht. Contractuele verplichting chemiebedrijf tot vestiging opstalrecht voor transformatoren t.b.v. netbeheerder; belang vraag wie eigenaar is van de transformatoren; belang bij vestiging opstalrecht. Samenhang met 16/03552.
De vestiging ten laste van chemiebedrijf Chemours en ten gunste van netbeheerder Stedin van een opstalrecht met betrekking tot de transformatoren die zich op de grond van Chemours bevinden is ook mogelijk indien Stedin zelf eigenaar van de transformatoren zou zijn (op de grond dat deze deel uitmaken van haar openbaar net, dan wel op de grond dat deze zelf een net vormen, dan wel anderszins). De transformatoren bevinden zich ...