BNB 2022/85
Geen afzonderlijk beroep in cassatie mogelijk tegen beslissing van de geheimhoudingskamer van het Hof
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:639, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02075
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
E.B. Pechler
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS652611:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:639, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Geen afzonderlijk beroep in cassatie mogelijk tegen beslissing van de geheimhoudingskamer van het Hof
Samenvatting
De Inspecteur heeft een beroep gedaan op (gedeeltelijke) geheimhouding van bepaalde op de zaak betrekking hebbende stukken. De geheimhoudingskamer van het Hof heeft dit verzoek ingewilligd. Tegen deze beslissing heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld.
HR: Beroep in cassatie tegen een beslissing van de geheimhoudingskamer van het Hof kan slechts tegelijkertijd met het beroep in cassatie tegen de eindbeslissing van het Hof worden ingesteld. Het beroep van belanghebbende op de zogenoemde doorbrekingsjurisprudentie (HR, NJ 1999/243) slaagt niet, omdat deze jurisprudentie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.