V-N 2014/10.10
Betalingen door vergunninghouder die weer ten goede komen aan diezelfde vergunninghouder in zoverre fiscaal non existent
HR (A-G) 13-11-2013, ECLI:NL:PHR:2013:1365, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
13 november 2013
- Zaaknummer
13/01412
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS24029:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:839, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1365, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2013
- Wetingang
art. 3.8 Wet IB 2001
Essentie
A-G Wattel is van mening dat de betalingen door X bv als participant/vergunninghouder aan zichzelf als eigenaresse van de faciliteiten geen onbelast ‘voordeel uit derdengebruik’ zijn
Samenvatting
De belanghebbende is (mede)houdster van gaswinningsvergunningen voor de blokken [A], [B/C], [D] en [E] op het continentaal plat. De Mijnbouwwet belast de winst van het winningsbedrijf met staatsaandeel, dat per winningsbedrijf (per vergunning) wordt vastgesteld. Omdat gasvelden over de blokgrenzen heen lopen, hebben de verschillende vergunninghouders unitisation agreements (UA’s) gesloten die de verdeling van de met de winning behaalde opbrengsten en van de daarvoor gemaakte kosten tussen de deelnemende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.