NJB 2019/480:Pandakte. Openbaar pandrecht. Stil pandrecht. Hoge Raad: Het is mogelijk om in één authentieke of geregistreerde pandakte vestigingshandelingen te verrichten ten behoeve van zowel een stil pandrecht op bestaande vorderingen en toekomstige vorderingen die rechtstreeks zullen worden verkregen uit een rechtsverhouding die reeds bestaat op het moment van het opmaken van de authentieke akte of het aanbieden ter registratie van de onderhandse akte, als een openbaar pandrecht op overige toekomstige vorderingen (zie verder hoofdtekst). Of is gekozen voor alleen een stil pandrecht, alleen een openbaar pandrecht of een combinatie, zal moeten worden vastgesteld door uitleg van de pandakte. Daarbij kan tot uitgangspunt dienen dat, behoudens aanwijzingen voor een andere uitleg, een zo ruim mogelijke zekerheidsstelling is beoogd, derhalve beide pandvormen. Door ervan uit te gaan dat de onderhavige pandakte kon dienen als grondslag voor het door het hof aangenomen openbare pandrecht, heeft het hof een uitbreiding gegeven aan de grondslag van de vordering van de pandhouder die in strijd komt met art. 24 Rv. Indien is beoogd met de pandakte alleen een stil pandrecht te vestigen, biedt die akte geen grondslag voor vestiging van (ook) een openbaar pandrecht, en kan de mededeling geen openbaar pandrecht tot stand brengen