RO 2011/3
Enquêterecht. Biedt het onderzoeksverslag voldoende grondslag voor het oordeel dat van wanbeleid is gebleken? (VEB/LCI Technology Group N.V.)
HR 10-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6078 (VEB c.s./LCI, Asseer, Maes c.s. en PwC)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 september 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/02374
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BM6078
- Roepnaam
VEB c.s./LCI, Asseer, Maes c.s. en PwC
- JCDI
JCDI:ADS875190:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BM6078, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BM6078, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2009
- Wetingang
BW art. 2:355
Essentie
Enquêterecht.
Biedt het onderzoeksverslag voldoende grondslag voor het oordeel dat van wanbeleid is gebleken?
Samenvatting
De OK heeft bij beschikking van 12 maart 2009 het verzoek afgewezen van de VEB c.s. om vast te stelllen 1. dat sprake is van wanbeleid bij LCI; en 2. dat de verantwoordelijkheid voor het wanbeleid berust bij bestuurder Asseer en/of (de leden van) de RvC. De OK heeft hiertoe overwogen dat het onderzoek zodanig beperkt is geweest (in omvang, qua periode en onderwerpen), dat het geen althans onvoldoende grondslag kan opleveren om te (kunnen) komen tot een verantwoord oordeel over het beleid en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.