Prg. 2010/159
Onjuist is de opvatting, dat de in art. 6:104 BW bedoelde winst enkel betrekking heeft op de winst die de benadeelde zelf had kunnen realiseren.
HR 18-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0893, m.nt. Prof. mr. P. Abas (Doerga/Ymere)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/04766
- Conclusie
A-G Wissink
- Noot
Prof. mr. P. Abas
- LJN
BM0893
- Roepnaam
Doerga/Ymere
- JCDI
JCDI:ADS874632:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0893, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0893, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2008
- Wetingang
BW art. 6:104
Essentie
Verbintenissenrecht. Heeft de in art. 6:104 BW bedoelde winst enkel betrekking op de winst, die de benadeelde zelf had kunnen verwezenlijken?
Neen, de rechter ‘kan’ de schade begroten op de gehele winst, die degene die onrechtmatig handelde dan wel wanprestatie pleegde, heeft gemaakt. ‘Kan’ omdat 6:104 aan een partij geen vordering tot winstafdracht verstrekt maar de rechter een discretionaire bevoegdheid geeft om in geval van een vordering tot schadevergoeding de schade te begroten op het bedrag van de door wanpresterende of onrechtmatig handelende partij genoten winst of op een gedeelte van die winst.
Samenvatting
Doerga huurt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.