RvdW 2013/203
Cassatieberoep niet-ontvankelijk op grond van art. 80a RO
HR 22-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9128
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, B.C. De Savornin Lohman, V. Van den Brink
- Zaaknummer
12/04155 J
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- LJN
BY9128
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY9128, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY9128, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2012
- Wetingang
Art. 80a RO
Essentie
De HR is van oordeel dat de aangevoerde klachten – over het niet tijdig aanvullen van het bestreden arrest en de verwerping van een bewijsverweer – geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de verdachte onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep of de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit leidt op de voet van art. 80a RO tot niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 januari 2012, nummer 23/004379-11, in de strafzaak tegen: R. Adv. mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.