JONDR 2014/674
HR, 11-04-2014, nr. 13/02597
HR 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:904
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2014
- Zaaknummer
13/02597
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:904, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:92, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2014
- Wetingang
Art. 2:403, 3:287, 3:288, 6:142 BW; art. 66 WW
Essentie
Faillissement, groepsvrijstelling, preferentie, voorrecht, werknemer, nevenrecht.
Vordering UWV gebaseerd op artikel 403-verklaring niet bevoorrecht.
Uitspraak
Op 11 november 2003 heeft Econcern NV (hierna: Econcern) een artikel 403-verklaring gedeponeerd welke inhoudt dat zij zich hoofdelijk aansprakelijk stelt voor uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van haar dochtermaatschappij Innogrow International BV (hierna: Innogrow). Econcern en Innogrow zijn inmiddels failliet verklaard. Op grond van art. 66 lid 1 WW zijn loonaanspraken van werknemers van Innogrow overgegaan op het UWV (eiseres) ter zake waarvan UWV een vordering in het faillissement van Econcern heeft ingediend. De curatoren hebben de vordering voorlopig erkend, met uitzondering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.