JWB 2006/20
Kinderontvoering, ongeoorloofde overbrenging, gewone verblijfplaats kind
HR 20-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU4795
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 2006
- Zaaknummer
R05/083HR
- LJN
AU4795
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU4795, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU4795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2006
- Wetingang
Art. 3 Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980; art. 13 lid 1 Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980
Essentie
Kinderontvoering, ongeoorloofde overbrenging, gewone verblijfplaats kind
Samenvatting
Casus
De verzoeker tot cassatie en de verweerster in cassatie hebben een affectieve relatie gehad, waaruit een kind in Italië is geboren. Het kind heeft zowel de Italiaanse als ook de Nederlandse nationaliteit. Op basis van het Italiaanse recht zijn beide ouders belast met het ouderlijk gezag. De verweerster in cassatie heeft tijdens haar verblijf in Nederland bij de Nederlandse rechter een verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag ingediend. In diezelfde periode heeft de verweerster in cassatie bij de Italiaanse rechter om toevertrouwing van het kind verzocht. Deze rechter heeft het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.