V-N 2016/43.18
Vakantiewoningen op recreatiepark dienen volgens A-G tot woning
HR (A-G) 05-07-2016, ECLI:NL:PHR:2016:756, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
5 juli 2016
- Zaaknummer
15/05193
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924301:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2085, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:756, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2016
- Wetingang
art. 220a lid 2 Gemw; art. 16 Wet WOZ
Essentie
Advocaat-generaal IJzerman neemt conclusie over de vraag of recreatiewoningen voor de OZB dienen tot woning. Dit is volgens hem het geval, zodat de vakantieparken waarop deze woningen zijn gelegen, voor de OZB kunnen kwalificeren als woning. Of dat in casu het geval is, dient te worden beoordeeld na verwijzing.
Samenvatting
Belanghebbende is eigenaar en exploitant van een recreatiepark met een winkel en horecagelegenheid, gelegen in de gemeente Arnhem. Het vakantiepark bestaat naast 70 recreatiechalets ook uit 133 recreatiecaravans, 127 jaarplaatsen en 476 plaatsen voor caravans en tenten. Permanente bewoning is op het recreatiepark niet toegestaan. Rechtbank Gelderland heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.