V-N Vandaag 2020/934
Conclusie A-G over verjaringstermijn in slepende zaak over opgezette belastingconstructie
HR (A-G) 13-03-2020, ECLI:NL:PHR:2020:284
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
13 maart 2020
- Zaaknummer
19/00895
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1603, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:284, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Advocaat-Generaal Valk concludeert dat het uitgangspunt dat onbekendheid met de juridische beoordeling van de feiten niet eraan afdoet dat de verjaring een aanvang neemt, juist is. Het is echter onjuist en onbegrijpelijk dat dit volgens het hof ook opgaat onder de omstandigheden waarop X zich heeft beroepen.
Samenvatting
X is dga van een bouwconcern. In 1997 verkoopt hij de onderneming en draagt hij de aandelen in de werkmaatschappijen over. Na de verkoop blijft X aandeelhouder van een drietal inactieve vennootschappen met een aanzienlijk eigen vermogen. X wil daarop emigreren naar Italië, maar verhuist in 1999, op advies van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.