FED 2013/21:Bij de beoordeling van de vraag of in geval van verleende rechtsbijstand door een advocaat die in familierelatie tot de belanghebbende staat, als door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand kan worden beschouwd, moet worden vooropgesteld dat de zojuist bedoelde familierelatie niet belet dat de advocaat als derde wordt aangemerkt. Die familierelatie behoeft ook niet aan het beroepsmatige karakter van verleende rechtsbijstand in de weg te staan, met dien verstande dat als de rechtsbijstand wordt verleend door een persoon die behoort tot het huishouden van de belanghebbende in beginsel moet worden aangenomen dat deze niet op zakelijke basis is verleend en daarom niet kan gelden als beroepsmatig verleend