NJ 2016/348
Levenslange gevangenisstraf. Huidige tenuitvoerleggingspraktijk is in strijd met art. 3 EVRM. Herbeoordeling na niet meer dan 25 jaar noodzakelijk.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1325, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/00402
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124204:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3185, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:874, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2017
ECLI:NL:HR:2016:1325, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:406, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2015
- Wetingang
Art. 359 lid 6, 558 Sv; art. 3 EVRM; art. 2 Gratiewet
Essentie
HR houdt beslissing over levenslange gevangenisstraf aan. Levenslange gevangenisstraf is op zichzelf beschouwd niet in strijd met art. 3 EVRM, ook niet indien deze ten volle wordt geëxecuteerd. De HR is evenwel van oordeel dat de huidige tenuitvoerleggingspraktijk onverenigbaar is met de eisen die art. 3 EVRM stelt. Zolang die praktijk niet zodanig is gewijzigd dat voor een tot levenslange gevangenisstraf veroordeelde een reële mogelijkheid bestaat tot herbeoordeling van de straf, die kan leiden tot verkorting van de straf dan wel (voorwaardelijke) invrijheidstelling, levert de oplegging van een levenslange gevangenisstraf een schending op van art. 3 EVRM ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.