RvdW 2018/1086
Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en strafrechter. Art. 112 lid 1 Gw; aanvullende rechtsbescherming burgerlijke rechter; geen voorzieningen door burgerlijke rechter met betrekking tot rechtsgang bij andere rechter (oordeel strafrechter dat verdachten om veiligheidsredenen anoniem in strafproces optreden).
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1806
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, Y. Buruma, V. van den Brink, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/04026
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1806, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑08‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
- Wetingang
Art. 112 Gw
Essentie
Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en strafrechter. Art. 112 lid 1 Gw; aanvullende rechtsbescherming burgerlijke rechter; geen voorzieningen door burgerlijke rechter met betrekking tot rechtsgang bij andere rechter (oordeel strafrechter dat verdachten om veiligheidsredenen anoniem in strafproces optreden).
De aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter heeft geen betrekking op voorzieningen die partijen uitsluitend verlangen met het oog op de procesvoering in de rechtsgang bij een andere rechter. Partijen zijn in die rechtsgang aangewezen op de voor die rechtsgang geldende regels en mogelijkheden. Het is aan de rechter in die rechtsgang om te beslissen over de uitleg en toepassing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.