RFR 2015/121
Huwelijksgoederenrecht. Is art. 6:228 BW van toepassing op de verdeling van een (eenvoudige) gemeenschap? Kunnen partijen afwijken van de regels omtrent vergoedingsrechten van art. 1:87 BW?
HR 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1871
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juli 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/04610
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921875:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1871, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:589, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Dwaling. Echtscheidingsconvenant. Huwelijksgoederenrecht.
Is art. 6:228 BW van toepassing op de verdeling van een (eenvoudige) gemeenschap? Kunnen partijen afwijken van de regels omtrent vergoedingsrechten van art. 1:87 BW?
Samenvatting
Partijen zijn gehuwd geweest op huwelijkse voorwaarden, inhoudende uitsluiting van iedere gemeenschap met een periodiek verrekenbeding. Bij de gezamenlijke aankoop van de echtelijke woning heeft de vrouw ten laste van haar vermogen € 110.000 meer betaald dan de man. Partijen hebben op 1 april 2008 een akte ondertekend waarin is bepaald dat de vrouw bij einde huwelijk recht heeft op teruggave van het (geïndexeerde) bedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.