Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1065
Cassatiemiddel benadeelde partij. Samenloop schok- en affectieschade levert geen onevenredige belasting van het strafgeding op. Schatting schokschade.
HR 31-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1495
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, T. Kooijmans, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/00842
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1495, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:782, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑09‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2023
- Wetingang
Essentie
Cassatiemiddel van de benadeelde partij. Samenloop van schokschade en affectieschade levert geen onevenredige belasting van het strafgeding op. De strafrechter kan de vergoeding voor schokschade schattenderwijs vaststellen.
Samenvatting
Het hof heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert als bedoeld in art. 361 lid 3 Sv. Het in de motivering van die beslissing besloten liggende oordeel van het hof dat een vordering tot vergoeding van schokschade uitsluitend toewijsbaar is als ‘precies’ kan worden vastgesteld welk deel van het geestelijk letsel kan worden aangemerkt als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.