Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 359 [Cassatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
18-06-2012, Stb. 2012, 274 (uitgifte: 27-06-2012, kamerstukken: 32887)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2012, Stb. 2012, 305 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
1.
Tot het instellen van een beroep in cassatie tegen de beschikkingen van de ondernemingskamer uit hoofde van deze afdeling is, buiten de personen bedoeld in artikel 426, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de rechtspersoon bevoegd, ongeacht of deze bij de ondernemingskamer is verschenen.
2.
Indien aan een beschikking waarbij een persoon met een onderzoek is belast dan wel is aangesteld als bestuurder, commissaris of beheerder van aandelen, door vernietiging de grondslag komt te ontbreken, wordt de door de ondernemingskamer aan die persoon toegekende vergoeding onderscheidenlijk beloning geacht niet onverschuldigd te zijn.