Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001
Artikel 27 Aanvraag in geval van mogelijke fraude, een vermissing of inname van een uitgereikt reisdocument
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2017
- Bronpublicatie:
26-09-2017, Stcrt. 2017, 54655 (uitgifte: 27-09-2017, regelingnummer: 2017-256021)
- Inwerkingtreding
01-10-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2017, Stcrt. 2017, 54655 (uitgifte: 27-09-2017, regelingnummer: 2017-256021)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Indien zijn eerder uitgereikt reisdocument mogelijk voorwerp is van fraude, is vermist of op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit is ingenomen, kan de aanvrager een aanvraag voor een reisdocument indienen, indien hij de vermissing, mogelijke fraude, onderscheidenlijke inname, overeenkomstig artikel 60 meldt of heeft gemeld.
2.
In de aanvraag worden vermeld:
- a.
mogelijke fraude, de vermissing, of inname op andere gronden dan ingevolge de wet,
- b.
het nummer van het desbetreffende reisdocument en de autoriteit die het heeft verstrekt, en
- c.
de datum waarop de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 60, tweede lid, of de schriftelijke of elektronische verklaring, bedoeld in artikel 60 derde lid, is afgelegd, dan wel de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 60, vierde lid, is overgelegd.
3.
Indien een gegeven als bedoeld in het tweede lid, onder b of c, niet voorhanden is, wordt hiernaar een gericht onderzoek ingesteld.