Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 03-10-2003
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2012, L 71).
- Bronpublicatie:
22-09-2003, PbEU 2003, L 251 (uitgifte: 03-10-2003, regelingnummer: 2003/86/EG)
- Inwerkingtreding
03-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2003, PbEU 2003, L 251 (uitgifte: 03-10-2003, regelingnummer: 2003/86/EG)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
2.
De lidstaten kunnen gezinshereniging van niet in artikel 4 genoemde gezinsleden toestaan indien dezen ten laste komen van de vluchteling.
3.
Indien de vluchteling een alleenstaande minderjarige is,
- a)
staan de lidstaten de toegang en het verblijf uit hoofde van gezinshereniging toe aan zijn bloedverwanten van de eerste graad in rechtstreekse opgaande lijn zonder de in artikel 4, lid 2, onder a), genoemde voorwaarden toe te passen;
- b)
kunnen de lidstaten de toegang en het verblijf uit hoofde van gezinshereniging toestaan aan zijn wettelijke voogd of andere gezinsleden indien de vluchteling geen bloedverwanten in rechtstreekse opgaande lijn heeft of indien het onmogelijk is deze te vinden.