NJ 2023/213
1. Uit de bewijsvoering kan geen (voorwaardelijk) opzet worden afgeleid op bedrieglijke bankbreuk ex art. 343 aanhef en onder 4° (oud) Sr. 2. Bewezenverklaring verduistering van twee leaseauto’s is ontoereikend gemotiveerd.
HR 13-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:853
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juni 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/03608
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS706789:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:853, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑03‑2022
- Wetingang
Art. 321 Sr; art. 343lid 4 (oud) Sr
Essentie
1. De bewezenverklaring van bedrieglijke bankbreuk ex art. 343 aanhef en onder 4° (oud) Sr kan, voor zover die betrekking heeft op het handelen ‘ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van de rechtspersoon’, niet uit de bewijsvoering worden afgeleid. 2. Uit de bewijsvoering kan niet worden afgeleid dat verdachte zich twee leaseauto’s wederrechtelijk heeft toegeëigend in de zin van art. 321 Sr.
Samenvatting
- 1.
De Hoge Raad overweegt dat het middel slaagt om redenen vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 9 tot en met 17. De conclusie van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.