Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart
Artikel 4 Ontvangstinrichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2009
- Redactionele toelichting
De dag van datum van publicatie is gezet op 1. Bron: www.ccr-zkr.org.
- Bronpublicatie:
01-11-2002, Trb. 2010, 180 (uitgifte: 17-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-09-1996, Trb. 1996, 293 (uitgifte: 01-11-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2010, Trb. 2010, 180 (uitgifte: 17-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-06-2010, Trb. 2010, 180 (uitgifte: 17-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De Verdragsluitende Staten verplichten zich ertoe langs de in Bijlage 1 genoemde vaarwegen een voldoende dicht net van ontvangstinrichtingen in te richten of te laten inrichten en dit internationaal af te stemmen.
2.
De Verdragsluitende Staten voeren overeenkomstig de Uitvoeringsregeling een uniforme procedure in met betrekking tot de verzameling van scheepsafval en de afgifte aan de ontvangstinrichtingen. Van deze procedure maakt wat betreft de in artikel 1, onderdelen c, d en f, genoemde afvalsoorten, bedoeld in Deel C van de Uitvoeringsregeling een document ten bewijze van de reglementaire afgifte van dit scheepsafval deel uit. De reglementaire afgifte van slops en zuiveringsslib als bedoeld in Deel C van de Uitvoeringsregeling dient overeenkomstig nationale voorschriften aangetoond te worden.
3.
De ontvangstinrichtingen zijn verplicht het scheepsafval overeenkomstig de in de Uitvoeringsregeling vastgelegde procedure aan te nemen.
4.
De Verdragsluitende Staten dragen er zorg voor dat de ontvangstinrichtingen hun verplichting tot inname van scheepsafval overeenkomstig de nationale regelingen nakomen.