RAR 2019/3
Bewijsaanbod. Is het bewijsaanbod van werknemer ten onrechte door het hof gepasseerd?
HR 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1846
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/05594
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929959:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1846, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2018
- Wetingang
Art. 166 lid 1 Rv; art. 7:638 BW
Essentie
Bewijsaanbod. Arbeidsprocesrecht. Ontslag op staande voet.
Is het bewijsaanbod van werknemer ten onrechte door het hof gepasseerd?
Samenvatting
Werknemer is in 2012 in dienst getreden bij Veka Shipyard Lemmer B.V., laatstelijk in de functie van kraanmachinist. Werknemers van Veka dienen voor verlof van meer dan twee dagen een verlofbriefje in te dienen en toestemming te krijgen van zowel afdelingschef als de bedrijfsleider. Werknemer heeft verlof ingediend voor de periode van 29 september 2016- 21 oktober 2016. De direct leidinggevende heeft hiervoor toestemming gegeven maar door de bedrijfsleider is het afgewezen met een beroep op drukke werkzaamheden op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.