Vgl. HR 13 oktober 2009, LJN BJ3675 (gestolen kentekenplaten in kofferbak van verdachtes auto)
HR, 23-10-2012, nr. 11/03304
ECLI:NL:HR:2012:BX6912
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23-10-2012
- Zaaknummer
11/03304
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BX6912
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BX6912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BX6912
ECLI:NL:HR:2012:BX6912, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑10‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BX6912
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2012-0209
Conclusie 23‑10‑2012
Mr. Vellinga
Partij(en)
Nr. 11/03304
Mr. Vellinga
Zitting: 28 augustus 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te Amsterdam wegens 1., 2. en 4. "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd", 3. "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak" en 6 tweede (meer) alternatief en 8 subsidiair "opzetheling, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. Voorts heeft het Hof beslist op vorderingen van benadeelde partijen, een en ander op de wijze als weergegeven in het arrest.
2.
Namens verdachte hebben mrs. J. Kuijper en M. Mulder, beiden advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaringen van de opzetheling (feit 6 en 8) onvoldoende met redenen zijn omkleed, omdat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat verdachte telkens ten tijde van het voorhanden krijgen van de in de bewezenverklaringen vermelde voorwerpen wetenschap had dat die voorwerpen van misdrijf afkomstig waren.
4.
Ten laste van verdachte is onder 6 tweede (meer) alternatief bewezenverklaard:
"op 4 maart 2009 te Uithoorn in de woning [d-straat 1], een laptop Compaq A900, een laptop, merk HP, typenummer [006] en serienummer [007], een Chieftec interne kaartlezer, een Becker radio/cd navigatiesysteem met serienummer [008], een Becker radio/cd/navigatiesysteem met serienummer [009], een Pioneer versterker voor in de auto en een Pioneer autoradio/cd/dvd systeem met serienummer [010], voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen telkens wist dat het door diefstal verkregen goederen betrof"
5.
Ten laste van verdachte is onder 8 subsidiair bewezenverklaard:
"op 11 januari 2009 te Amstelveen, tezamen en in vereniging met een ander, een grijze personenauto, merk BMW, voorzien van chassisnummer [011], voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen wisten, dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof"
6.
Met betrekking tot de bewezenverklaring heeft het Hof - met inbegrip van hier niet overgenomen voetnoten - het volgende overwogen:
"Het hof grondt zijn beslissing dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 6 tweede (meer) alternatief en 8 subsidiair bewezen verklaarde heeft begaan op de hierna weergegeven feiten en omstandigheden in de (als voetnoten) weergegeven bewijsmiddelen, voor zover die blijken uit het strafdossier en kunnen worden afgeleid uit hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Het hof sluit daarbij in belangrijke mate aan bij de door de rechtbank in haar vonnis van 18 juni 2009 gehanteerde bewijsconstructie en neemt die passages waar mogelijk over.
Op 6 september 2008 wordt in Weesp een grijze BMW 5 serie, een personenauto met het chassisnummer [011], gestolen. De auto heeft op dat moment het kenteken [AA-00-BB]. Op 11 december 2008 wordt deze auto in Amsterdam aangetroffen voorzien van vervalste duplicaatkentekenplaten [CC-00-DD]. De politie voorziet deze auto op 23 december 2008 van een zogeheten plaatsbepalingsbaken. Op 10 januari 2009 wordt de auto aangetroffen in Uithoorn, maar ditmaal is de auto gekentekend [EE-00-FF].
Op 11 januari 2009 om 06:33 uur stopt de BMW met het kenteken [EE-00-FF] bij het Q8- tankstation gevestigd aan de A9 te Amstelveen. De verdachte en zijn medeverdachte worden herkend als de inzittenden van de BMW. De auto rijdt daar 10 minuten later weer weg. Iets meer dan een uur later stopt de auto in Breda op [a-straat]. Hij staat daar tussen 07:47 uur en 08:04 uur stil. Om 08:29 uur stopt de auto op de [b-straat] in Tilburg om daar 14 minuten later weer weg te rijden. Nog geen half uur later, om 09:10 uur, stopt de auto in de [c-straat] in 's-Hertogenbosch en vertrekt daar 10 minuten later weer. Vervolgens stopt de auto om 09:43 uur op [e-straat] in Veghel en staat daar 8 minuten stil. Ongeveer anderhalf uur later, om 11:16 uur, rijdt de BMW het terrein van perceel [f-straat 1] in Amsterdam op. De BMW staat daar tot 11:24 uur stil. Omstreeks 11:45 uur diezelfde dag stopt de BMW weer bij eerdergenoemd Q8-tankstation. Ook nu zijn de inzittenden de verdachte en medeverdachte [medeverdachte].
Op 11 januari 2009 omstreeks 08:02 uur wordt ingebroken in het bedrijfspand van [A] bv, gevestigd op het adres Spinveld 8 in Breda. Het pand van dit bedrijf is via de openbare weg bereikt. Het pand is omgeven door een hekwerk van ijzer. Het slot van de toegangspoort aan de voorzijde van het terrein is geforceerd. Aan de achterzijde van het pand aan de deur van de persoonsingang zit braakschade. Het slot van de deur is vernield en zit helemaal los. Er zijn twee pc's, drie beeldschermen en drie Wacomtabletten gestolen.
Even later die morgen van 11 januari 2009, rond 8:45 uur, wordt bij het bedrijf [B] in Tilburg aan de [b-straat 1] ingebroken. De ruit aan de voorzijde ligt er volledig uit. Het rolluik dat aan de binnenzijde bevestigd is, is in zijn geheel vernield. De deur en de deurstijl van de hoofdingang zijn linksonder beschadigd. Weggenomen zijn een kassalade, naar schatting tweeduizend euro en een casebox.
Weer iets later diezelfde ochtend (het inbraakalarm treedt om 9:19 uur in werking) wordt ingebroken in het bedrijf [C], gevestigd aan de [c-straat 1] in 's-Hertogenbosch. De deur aan de zijkant van het pand is opengebroken. Op de deur zitten sporen van een breekvoorwerp. In het pand is een (desktop)computer van het merk Apple G5 weggenomen. Deze computer stond op een bureau en was ingebouwd in een kastje van MDFplaten en met bouten en haken beveiligd. Overal op het bureau en op de grond, op de plek waar de computer had gestaan, liggen stukken MDF-plaat. Tevens zijn muntgeld en EUR 75,- aan bankbiljetten meegenomen. In het bedrijf wordt een schoenspoor aangetroffen dat is veroorzaakt met de linkerschoen van medeverdachte [medeverdachte].
Kort daarna, rond 10:02 uur, wordt ingebroken bij [E], gevestigd aan [e-straat 1] in Veghel. De poort en de toegangsdeur zijn opengebroken. In het pand is het een ravage. Er zijn drie computers van het merk Apple met de respectieve serienummers [003], [004] en [005], een laptop en een beeldscherm wederrechtelijk weggenomen.
Op 11 januari 2009 om 11:16 uur die dag ziet de politie de genoemde BMW met twee inzittenden, die worden herkend als [verdachte] en [medeverdachte], het terrein van autobedrijf/caravanstalling [F], aan de [f-straat 1] te Amsterdam oprijden. Het terrein is afgesloten met een slagboom, maar op het moment dat de BMW het terrein oprijdt, is deze geopend. Om 11:23 uur rijdt de BMW het terrein weer af. [Betrokkene 1] verklaart dat op 11 januari 2009 omstreeks 11:16 uur de magneetsleutel die is afgegeven aan de huurder van container 5 als inkomend en om 11:21 uur als uitgaand wordt geregistreerd.
Op 26 januari 2009 doorzoekt de politie container 5 aan de [f-straat 1] te Amsterdam. Er wordt onder meer een Mac Pro personal computer met serienummer [002] aangetroffen. Onderzoek aan de computer wijst uit dat [A] de gebruiker is van deze computer. Ook de Apple Power Mac met serienummer [001] die bij [A] in Breda is gestolen, wordt teruggevonden in voornoemde container, alsmede twee beeldschermen van het merk Apple Cinema Display die daar op 11 januari 2009 zijn gestolen. Voorts worden er drie computers van het merk Apple met de serienummers [003] en [004] en [005] aangetroffen. Deze computers zijn gestolen bij [D] in Veghel.
Op 4 maart 2009 wordt de verdachte aangehouden in de woning van zijn vriendin, [d-straat 1] in Uithoorn. Vervolgens wordt de woning doorzocht. In de desbetreffende woning ([d-straat 1] Uithoorn) wordt een laptop Compaq A900 aangetroffen die afkomstig is van een inbraak in het bedrijf [F] in Oosterhout. Er wordt ook een HP-laptop, met het serienummer [007] aangetroffen. Deze laptop is gestolen op 23 november 2008 bij het bedrijf [I]. Het typenummer van de laptop is [006]. Verder wordt er een Chieftec interne kaartlezer gevonden. Deze kaartlezer is gestolen bij een inbraak bij Hl Computers in Almelo. Tenslotte worden een Becker radio/cd navigatiesysteem met serienummer [008], een Becker radio/cd/navigatiesysteem met serienummer [009], een Pioneer versterker voor in de auto en een Pioneer autoradio/cd/dvd systeem met serienummer [010] aangetroffen, allemaal goederen die gestolen zijn op 14 november 2008 bij [J] in Elst.
Nadere bewijsoverweging:
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de verdachte in de morgen (omstreeks 06:45 uur) van 11 januari 2009 en aan het eind van die ochtend (omstreeks 11:45 uur) bij het Q8-tankstation in Amstelveen is geweest. De auto waarin de verdachte en zijn medeverdachte toen reden, was voorzien van plaatsbepalingsapparatuur. Uit het dossier (de plaatsbepalingsapparatuurgegevens) komt naar voren dat de auto in de tussenliggende tijd een rondrit door Noord-Brabant heeft gemaakt. De desbetreffende auto wordt vijf kwartier nadat hij is gezien in Amstelveen, om 08:02 LI UT in Breda, om 08:55 uur in Tilburg, om 09:17 uur in 's-Hertogenbosch en om 10:02 uur in Veghel uitgepeild. In de omgeving van de plek waar de auto stopt, wordt rond die tijd vervolgens telkens een bedrijfsinbraak gepleegd. In 's-Hertogenbosch wordt ingebroken bij het bedrijf [C]. De politie treft daar een voetafdruk van de medeverdachte aan. Voorts wordt die dag waargenomen dat de verdachte en zijn medeverdachte gezamenlijk het terrein van autobedrijf [E] aan de [f-straat 1] te Amsterdam bezoeken, alwaar onder meer zeecontainers staan. Kort daarna worden zij voor de tweede keer bij het Q8-tankstation gezien. Vervolgens wordt gezien dat zij in de richting van Haarlem rijden, om via Abcoude een lange route door Gelderland en Noord-Brabant te maken. Om 13:08 uur wordt geobserveerd dat beide verdachten iets gaan eten bij McDonald's. Aan het eind van de middag wordt de auto gezien in Aalsmeer alwaar de verdachte en zijn medeverdachte gebruik maken van de wasstraat van benzinepomp/autowasplaats "[H]".
Uit het hiervoor weergegeven relaas komt naar voren dat de verdachte en zijn medeverdachte op 11 januari 2009 van 's morgens vroeg tot aan het eind van de middag samen op pad zijn geweest. Zij hebben samen de hele dag gebruik gemaakt van dezelfde (gestolen) auto. Er is geen enkele aanwijzing dat een derde die dag (overdag) gebruik heeft gemaakt van deze auto.
Op grond van de bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang beschouwd - komt het hof tot de conclusie dat de verdachte en zijn medeverdachte in de morgen van 11 januari 2009 naar Noord-Brabant zijn gereden en daar kort na elkaar in vier verschillende plaatsen een bedrijfsinbraak hebben gepleegd. Vervolgens hebben zij in ieder geval een gedeelte van de die dag gestolen goederen opgeslagen in een container op het terrein van autobedrijf [E].
Zoals vermeld, is de door de verdachte en zijn medeverdachte gebruikte auto geruime tijd voordien gestolen. Het is gebruikelijk dat bij strooptochten zoals door de verdachte en de medeverdachte op 11 januari 2009 ondernomen, gebruik wordt gemaakt van gestolen en mitsdien niet tot de deelnemers aan de strooptocht herleidbare voertuigen. Uit het dossier blijkt voorts niet dat de verdachte en zijn medeverdachte beschikten over (geldige) autopapieren of dat zij bij het voorhanden krijgen van het voertuig anderszins het gerechtvaardigd vertrouwen mochten koesteren dat dit voertuig 'legaal' was. Gelet hierop en bij gebreke van een verklaring van de verdachte en zijn medeverdachte op dit punt, kan het niet anders dan dat zij wisten dat de BMW van enig misdrijf afkomstig was."
7.
Met betrekking tot het onder 6 tweede (meer) alternatief bewezenverklaarde houden de bewijsmiddelen in dat de in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen gestolen zijn en bij onderzoek zijn aangetroffen in de woning van verdachtes vriendin nadat hij aldaar is aangehouden. Ook al zou worden aangenomen dat verdachte deze voorwerpen onder zich had dan kan daaruit nog niet worden afgeleid dat verdachte ten tijde van het verkrijgen van de onder 6. bewezenverklaarde voorwerpen wist dat deze van misdrijf afkomstig waren.1.
8.
Met betrekking tot het onder 8 subsidiair bewezenverklaarde in het bijzonder houden de bewijsmiddelen in dat de verdachte op 11 januari 2009 samen met medeverdachte [medeverdachte] gebruik maakte van een BMW die op 6 september 2008 in Weesp is gestolen.
9.
Het Hof is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte en zijn medeverdachte wisten dat de BMW van misdrijf afkomstig was. Dit oordeel baseert het Hof op de volgende overwegingen:
- -
de BMW is blijkens de bewijsmiddelen gebruikt bij een "strooptocht", te weten het plegen van een serie inbraken;
- -
het is gebruikelijk dat bij dergelijke strooptochten gebruik wordt gemaakt van gestolen, dus niet tot de deelnemers aan de strooptocht herleidbare voertuigen;
- -
uit het dossier blijkt niet dat verdachte en zijn medeverdachte beschikten over (geldige) autopapieren;
- -
ook blijkt anderszins niet dat zij bij het voorhanden krijgen van het voertuig het gerechtvaardigd vertrouwen mochten koesteren dat dit voertuig "legaal" was;
- -
verdachte en zijn medeverdachte hebben daarover ook niet verklaard.
10.
In de toelichting op het middel wordt terecht niet bestreden dat de ervaring leert dat lieden die op strooptocht gaan daarbij gebruik plegen te maken van een gestolen auto om zo te voorkomen dat hun identiteit kan worden achterhaald aan de hand van de gegevens van de gebruikte auto. Gelet op deze ervaringsregel is het oordeel van het Hof dat verdachte en zijn medeverdachte als deelnemers aan een dergelijke strooptocht derhalve bij gebreke van aanwijzingen voor het tegendeel - naar de overwegingen van het Hof kennelijk moeten worden begrepen: ten tijde van het voorhanden krijgen van het voertuig - moeten hebben geweten dat het voertuig van diefstal afkomstig was, niet onbegrijpelijk. Zoals immers in de door het Hof aangenomen ervaringsregel besloten ligt pleegt iemand die op strooptocht gaat daartoe te zoeken naar een gestolen auto.
11.
Het middel slaagt ten dele.
12.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
13.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over feit 6 tweede (meer) alternatief en de strafoplegging en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 23‑10‑2012
Uitspraak 23‑10‑2012
Inhoudsindicatie
Gegronde bewijsklacht (opzetheling).
Partij(en)
23 oktober 2012
Strafkamer
nr. S 11/03304
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 maart 2011, nummer 23/003218-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Noord-Brabant Noord, locatie Oosterhoek" te Grave.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. J. Kuijper en mr. M. Mulder, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van feit 6 tweede (meer) alternatief en de strafoplegging en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Bewezenverklaring en bewijsvoering
2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
op 11 januari 2009, te Breda tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een bedrijfspand van [A] bv, gevestigd te Breda, [a-straat 1], heeft weggenomen twee pc's, merk Apple Power Mac met serienummer [001] en serienummer [002], drie beeldschermen, merk Apple Cinema Display, en drie Wacom tablets, toebehorende aan bovengenoemde [A] bv, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door de toegangspoort tot het bedrijfsterrein en een deurslot van het bedrijfspand te forceren;
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
op 11 januari 2009 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een bedrijfspand [B], gevestigd: [b-straat 1], heeft weggenomen een kassalade, ongeveer 2.000,- euro en een casebox, toebehorende aan bovengenoemde [B], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door een toegangsdeur tot bovengenoemd pand te forceren en/of een raam en een rolluik van bovengenoemd pand te vernielen;
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
op 11 januari 2009 te 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in het bedrijfspand [C], gevestigd [c-straat 1] te 's-Hertogenbosch, heeft weggenomen een desktopcomputer, merk Apple G5, en een hoeveelheid geld, toebehorende aan bovengenoemd bedrijf [C], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door een toegangsdeur tot bovengenoemd bedrijfspand te forceren en bovengenoemde computer van het bureau waaraan deze was gemonteerd met geweld los te trekken;
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
op 11 januari 2009 te Veghel tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een bedrijfspand [D] bv heeft weggenomen drie computers, merk: Apple met serienummer [003] en [004] en [005], een laptop en een beeldscherm, toebehorende aan bovengenoemd bedrijf, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door de toegangspoort tot het bedrijfsterrein van bovengenoemd terrein en een toegangsdeur tot het bedrijfspand te forceren;
ten aanzien van het onder 6 tweede (meer) alternatief ten laste gelegde:
op 4 maart 2009 te Uithoorn in de woning [d-straat 1], een laptop Compaq A900, een laptop, merk HP, typenummer [006] en serienummer [007], een Chieftec interne kaartlezer, een Becker radio/cd navigatiesysteem met serienummer [008], een Becker radio/cd/navigatiesysteem met serienummer [009], een Pioneer versterker voor in de auto en een Pioneer autoradio/cd/dvd systeem met serienummer [010], voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen telkens wist dat het door diefstal verkregen goederen betrof;
ten aanzien van het onder 8 subsidiair ten laste gelegde:
op 11 januari 2009 te Amstelveen, tezamen en in vereniging met een ander, een grijze personenauto, merk BMW, voorzien van chassisnummer [011], voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen wisten, dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof."
2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"Het hof grondt zijn beslissing dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 6 tweede (meer) alternatief en 8 subsidiair bewezen verklaarde heeft begaan op de hierna weergegeven feiten en omstandigheden in de (als voetnoten) weergegeven bewijsmiddelen, voor zover die blijken uit het strafdossier en kunnen worden afgeleid uit hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Het hof sluit daarbij in belangrijke mate aan bij de door de rechtbank in haar vonnis van 18 juni 2009 gehanteerde bewijsconstructie en neemt die passages waar mogelijk over.
Op 6 september 2008 wordt in Weesp een grijze BMW 5 serie, een personenauto met het chassisnummer [011], gestolen. De auto heeft op dat moment het kenteken [AA-00-BB]. Op 11 december 2008 wordt deze auto in Amsterdam aangetroffen voorzien van vervalste duplicaatkentekenplaten [CC-00-DD]. De politie voorziet deze auto op 23 december 2008 van een zogeheten plaatsbepalingsbaken. Op 10 januari 2009 wordt de auto aangetroffen in Uithoorn, maar ditmaal is de auto gekentekend [EE-00-FF].
Op 11 januari 2009 om 06:33 uur stopt de BMW met het kenteken [EE-00-FF] bij het Q8-tankstation gevestigd aan de A9 te Amstelveen. De verdachte en zijn medeverdachte worden herkend als de inzittenden van de BMW. De auto rijdt daar 10 minuten later weer weg. Iets meer dan een uur later stopt de auto in Breda op [a-straat]. Hij staat daar tussen 07:47 uur en 08:04 uur stil. Om 08:29 uur stopt de auto op de [b-straat] in Tilburg om daar 14 minuten later weer weg te rijden. Nog geen half uur later, om 09:10 uur, stopt de auto in de [c-straat] in 's-Hertogenbosch en vertrekt daar 10 minuten later weer. Vervolgens stopt de auto om 09:43 uur op [e-straat] in Veghel en staat daar 8 minuten stil. Ongeveer anderhalf uur later, om 11:16 uur, rijdt de BMW het terrein van perceel [f-straat 1] in Amsterdam op. De BMW staat daar tot 11:24 uur stil. Omstreeks 11:45 uur diezelfde dag stopt de BMW weer bij eerdergenoemd Q8-tankstation. Ook nu zijn de inzittenden de verdachte en medeverdachte [medeverdachte].
Op 11 januari 2009 omstreeks 08:02 uur wordt ingebroken in het bedrijfspand van [A] bv, gevestigd op het adres [a-straat 1] in Breda. Het pand van dit bedrijf is via de openbare weg bereikt. Het pand is omgeven door een hekwerk van ijzer. Het slot van de toegangspoort aan de voorzijde van het terrein is geforceerd. Aan de achterzijde van het pand aan de deur van de persoonsingang zit braakschade. Het slot van de deur is vernield en zit helemaal los.
Er zijn twee pc's, drie beeldschermen en drie Wacomtabletten gestolen.
Even later die morgen van 11 januari 2009, rond 8:45 uur, wordt bij het bedrijf [B] in Tilburg aan de [b-straat 1] ingebroken. De ruit aan de voorzijde ligt er volledig uit. Het rolluik dat aan de binnenzijde bevestigd is, is in zijn geheel vernield. De deur en de deurstijl van de hoofdingang zijn linksonder beschadigd. Weggenomen zijn een kassalade, naar schatting tweeduizend euro en een casebox.
Weer iets later diezelfde ochtend (het inbraakalarm treedt om 9:19 uur in werking) wordt ingebroken in het bedrijf [C], gevestigd aan de [c-straat 1] in 's-Hertogenbosch. De deur aan de zijkant van het pand is opengebroken. Op de deur zitten sporen van een breekvoorwerp. In het pand is een (desktop)computer van het merk Apple G5 weggenomen. Deze computer stond op een bureau en was ingebouwd in een kastje van MDF-platen en met bouten en haken beveiligd. Overal op het bureau en op de grond, op de plek waar de computer had gestaan, liggen stukken MDF-plaat. Tevens zijn muntgeld en EUR 75,- aan bankbiljetten meegenomen. In het bedrijf wordt een schoenspoor aangetroffen dat is veroorzaakt met de linkerschoen van medeverdachte [medeverdachte].
Kort daarna, rond 10:02 uur, wordt ingebroken bij [D], gevestigd aan [e-straat 1] in Veghel. De poort en de toegangsdeur zijn opengebroken. In het pand is het een ravage. Er zijn drie computers van het merk Apple met de respectieve serienummers [003], [004] en [005], een laptop en een beeldscherm wederrechtelijk weggenomen.
Op 11 januari 2009 om 11:16 uur die dag ziet de politie de genoemde BMW met twee inzittenden, die worden herkend als [verdachte] en [medeverdachte], het terrein van autobedrijf/caravanstalling [E], aan de [f-straat 1] te Amsterdam oprijden. Het terrein is afgesloten met een slagboom, maar op het moment dat de BMW het terrein oprijdt, is deze geopend. Om 11:23 uur rijdt de BMW het terrein weer af. [Betrokkene 1] verklaart dat op 11 januari 2009 omstreeks 11:16 uur de magneetsleutel die is afgegeven aan de huurder van container 5 als inkomend en om 11:21 uur als uitgaand wordt geregistreerd.
Op 26 januari 2009 doorzoekt de politie container 5 aan de [f-straat 1] te Amsterdam. Er wordt onder meer een Mac Pro personal computer met serienummer [002] aangetroffen. Onderzoek aan de computer wijst uit dat [A] de gebruiker is van deze computer. Ook de Apple Power Mac met serienummer [001] die bij [A] in Breda is gestolen, wordt teruggevonden in voornoemde container, alsmede twee beeldschermen van het merk Apple Cinema Display die daar op 11 januari 2009 zijn gestolen. Voorts worden er drie computers van het merk Apple met de serienummers [003] en [004] en [005] aangetroffen. Deze computers zijn gestolen bij [D] in Veghel.
Op 4 maart 2009 wordt de verdachte aangehouden in de woning van zijn vriendin, [d-straat 1] in Uithoorn. Vervolgens wordt de woning doorzocht. In de desbetreffende woning ([d-straat 1] Uithoorn) wordt een laptop Compaq A900 aangetroffen die afkomstig is van een inbraak in het bedrijf [F] in Oosterhout. Er wordt ook een HP-laptop, met het serienummer [007] aangetroffen. Deze laptop is gestolen op 23 november 2008 bij het bedrijf [I]. Het typenummer van de laptop is [006]. Verder wordt er een Chieftec interne kaartlezer gevonden. Deze kaartlezer is gestolen bij een inbraak bij [J] in Almelo. Tenslotte worden een Becker radio/cd navigatiesysteem met serienummer [008], een Becker radio/cd/navigatiesysteem met serienummer [009], een Pioneer versterker voor in de auto en een Pioneer autoradio/cd/dvd systeem met serienummer [010] aangetroffen, allemaal goederen die gestolen zijn op 14 november 2008 bij [G] in Elst.
Nadere bewijsoverweging:
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de verdachte in de morgen (omstreeks 06:45 uur) van 11 januari 2009 en aan het eind van die ochtend (omstreeks 11:45 uur) bij het Q8-tankstation in Amstelveen is geweest. De auto waarin de verdachte en zijn medeverdachte toen reden, was voorzien van plaatsbepalingapparatuur. Uit het dossier (de plaatsbepalingsapparatuurgegevens) komt naar voren dat de auto in de tussenliggende tijd een rondrit door Noord-Brabant heeft gemaakt. De desbetreffende auto wordt vijf kwartier nadat hij is gezien in Amstelveen, om 08:02 uur in Breda, om 08:55 uur in Tilburg, om 09:17 uur in 's-Hertogenbosch en om 10:02 uur in Veghel uitgepeild. In de omgeving van de plek waar de auto stopt, wordt rond die tijd vervolgens telkens een bedrijfsinbraak gepleegd. In 's-Hertogenbosch wordt ingebroken bij het bedrijf [C]. De politie treft daar een voetafdruk van de medeverdachte aan. Voorts wordt die dag waargenomen dat de verdachte en zijn medeverdachte gezamenlijk het terrein van autobedrijf [E] aan de [f-straat 1] te Amsterdam bezoeken, alwaar onder meer zeecontainers staan. Kort daarna worden zij voor de tweede keer bij het Q8-tankstation gezien. Vervolgens wordt gezien dat zij in de richting van Haarlem rijden, om via Abcoude een lange route door Gelderland en Noord-Brabant te maken. Om 13:08 uur wordt geobserveerd dat beide verdachten iets gaan eten bij McDonald's. Aan het eind van de middag wordt de auto gezien in Aalsmeer alwaar de verdachte en zijn medeverdachte gebruik maken van de wasstraat van benzinepomp/autowasplaats "[H]".
Uit het hiervoor weergegeven relaas komt naar voren dat de verdachte en zijn medeverdachte op 11 januari 2009 van 's morgens vroeg tot aan het eind van de middag samen op pad zijn geweest. Zij hebben samen de hele dag gebruik gemaakt van dezelfde (gestolen) auto. Er is geen enkele aanwijzing dat een derde die dag (overdag) gebruik heeft gemaakt van deze auto.
Op grond van de bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang beschouwd - komt het hof tot de conclusie dat de verdachte en zijn medeverdachte in de morgen van 11 januari 2009 naar Noord-Brabant zijn gereden en daar kort na elkaar in vier verschillende plaatsen een bedrijfsinbraak hebben gepleegd. Vervolgens hebben zij in ieder geval een gedeelte van de die dag gestolen goederen opgeslagen in een container op het terrein van autobedrijf [E].
Zoals vermeld, is de door de verdachte en zijn medeverdachte gebruikte auto geruime tijd voordien gestolen. Het is gebruikelijk dat bij strooptochten zoals door de verdachte en de medeverdachte op 11 januari 2009 ondernomen, gebruik wordt gemaakt van gestolen en mitsdien niet tot de deelnemers aan de strooptocht herleidbare voertuigen. Uit het dossier blijkt voorts niet dat de verdachte en zijn medeverdachte beschikten over (geldige) autopapieren of dat zij bij het voorhanden krijgen van het voertuig anderszins het gerechtvaardigd vertrouwen mochten koesteren dat dit voertuig 'legaal' was. Gelet hierop en bij gebreke van een verklaring van de verdachte en zijn medeverdachte op dit punt, kan het niet anders dan dat zij wisten dat de BMW van enig misdrijf afkomstig was."
3. Beoordeling van het middel
3.1.
Het middel klaagt onder meer over de motivering van het onder 6 bewezenverklaarde. Uit de bewijsvoering zou niet kunnen worden afgeleid dat de verdachte telkens ten tijde van het voorhanden krijgen van de in die bewezenverklaring genoemde goederen wist dat deze van misdrijf afkomstig waren.
3.2.
De hiervoor weergegeven bewijsvoering houdt omtrent de in de bewezenverklaring van feit 6 genoemde goederen in dat deze goederen in de woning van verdachtes vriendin, nadat de verdachte daar op 4 maart 2009 was aangehouden, zijn aangetroffen. Uit die bewijsvoering kan echter niet zonder meer worden afgeleid dat, zoals is bewezenverklaard, de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. De bewezenverklaring is in zoverre niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
3.3.
De klacht slaagt.
3.4.
Voor het overige kan het middel niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 6 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J.W. Groos en J. Wortel, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken op 23 oktober 2012.