NJB 2020/2429
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging op de grond dat het, gelet op het uiteindelijk in een administratieve procedure vastgestelde benadelingsbedrag, in strijd met de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude heeft gehandeld? Bij de beantwoording van de vraag of het Openbaar Ministerie terecht heeft geoordeeld dat voldaan is aan de criteria van de Aanwijzing, moet worden uitgegaan van de gegevens die ten tijde van de vervolgingsbeslissing aan het Openbaar Ministerie bekend waren. In casu werd ten tijde van de vervolgingsbeslissing voldaan aan de criteria van de Aanwijzing, zodat er geen vervolgingsbeletsel in dit opzicht bestaat.
HR 06-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1496
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/02794
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1496, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:600, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2020
- Wetingang
(art. 167 Sv)
Essentie
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging op de grond dat het, gelet op het uiteindelijk in een administratieve procedure vastgestelde benadelingsbedrag, in strijd met de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude heeft gehandeld? Bij de beantwoording van de vraag of het Openbaar Ministerie terecht heeft geoordeeld dat voldaan is aan de criteria van de Aanwijzing, moet worden uitgegaan van de gegevens die ten tijde van de vervolgingsbeslissing aan het Openbaar Ministerie bekend waren. In casu werd ten tijde van de vervolgingsbeslissing voldaan aan de criteria van de Aanwijzing, zodat er geen vervolgingsbeletsel in dit opzicht bestaat.