RCR 2017/73
Samenhangende overeenkomsten. Is voor een vordering op grond van samenhangende overeenkomsten vereist dat de door de derde aangesproken contractspartij wanpresteert?
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1355
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02863
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927233:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1355, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:428, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2016
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Samenhangende overeenkomsten.
Is voor toewijzing van een schadevergoedingsvordering aan een derde, wiens belangen nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van een overeenkomst tussen andere partijen, vereist dat de door de derde aangesproken contractspartij tekort schiet in de nakoming van de betreffende overeenkomst?
Samenvatting
Compaen koopt van DMB 70 woningen waarbij ze overeenkomen dat Compaen de koopovereenkomst mag ontbinden als zij op zeker moment niet 20 woningen heeft verkocht. Ter voorkoming van ontbinding sluit DMB een overeenkomst met eiseres, waarbij eiseres zich verplicht op eerste afroep maximaal 20 woningen bij Compaen af te nemen, tegen betaling voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.