Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 334 [Gevolgen van beëindiging voogdij]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
12-03-2014, Stb. 2014, 130 jo Stb. 2014, 131 (uitgifte: 27-03-2014, kamerstukken: 33061)
12-03-2014, Stb. 2014, 130 jo Stb. 2014, 131 (uitgifte: 27-03-2014, kamerstukken: 32015)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2014, Stb. 2014, 443 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
1.
Indien de rechtbank de beëindiging van de voogdij uitspreekt, voorziet zij tevens in het gezag, behoudens het bepaalde in het derde lid.
2.
Ieder die tot de uitoefening van het gezag bevoegd is, kan tijdens het onderzoek schriftelijk aan de rechtbank verzoeken daarmede te worden belast.
3.
Indien sprake is van gezamenlijke uitoefening van de voogdij en de beëindiging van de voogdij slechts een van de voogden betreft, wordt de voogdij voortaan door de andere voogd alleen uitgeoefend.