Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 328 Beëindiging voogdij instelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
05-11-2014, Stb. 2014, 442 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken: 33983)
04-12-2013, Stb. 2014, 130 jo Stb. 2013, 560 (uitgifte: 20-12-2013, kamerstukken: 33507)
12-03-2014, Stb. 2014, 130 jo Stb. 2013, 560 (uitgifte: 27-03-2014, kamerstukken: 32015)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2014, Stb. 2014, 443 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
14-11-2014, Stb. 2014, 443 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
De rechtbank kan de voogdij van een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet of van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 302, tweede lid, beëindigen indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
- a.
zij haar taken op een niet verantwoorde wijze uitoefent als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Jeugdwet, of
- b.
zij nalaat overeenkomstig artikel 305 de raad voor de kinderbescherming op de hoogte te houden.