RvdW 2015/826
Gijzeling is slechts strafbaar indien de dader handelt met het oogmerk een ander dan de gijzelaar te dwingen iets te doen of niet te doen.
HR 23-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1695
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/03589
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1695, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:952, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2015
- Wetingang
Essentie
Gijzeling is slechts strafbaar indien de dader handelt met het oogmerk een ander dan de gijzelaar te dwingen iets te doen of niet te doen. Nu de bewezenverklaarde wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer ertoe strekte het slachtoffer en niet een derde te dwingen tot onder meer de afgifte van een (grote) hoeveelheid hennep, heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat dit feit ‘medeplegen van gijzeling’ in de zin van art. 282a Sr oplevert.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 4 juli 2013, nummer 24/002221-12, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.