Einde inhoudsopgave
Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling accijns (overgangsmaatregel wijziging heffing omzetbelasting op tabaksproducten)
Artikel II
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
28-02-2013, Stcrt. 2013, 5926 (uitgifte: 05-03-2013, regelingnummer: DV2013/82M)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2013, Stcrt. 2013, 5926 (uitgifte: 05-03-2013, regelingnummer: DV2013/82M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting, bedoeld in artikel VIIf, eerste lid, van het Belastingplan 2013, betreft de in de kleinhandelsprijs, bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Wet op de accijns, begrepen omzetbelasting die is geheven met toepassing van artikel 28 van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat op 30 juni 2013 luidde, van de tot de handelsvoorraad behorende tabaksproducten, zoals deze voorraad bij aanvang van 1 juli 2013 bij de ondernemer aanwezig is.
2.
Als het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan, bedoeld in artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968, wordt aangemerkt het tijdvak waar 30 juni 2013 in valt.
3.
Voor de toepassing van dit artikel behoren tevens tot de aanwezige handelsvoorraad van de ondernemer de tabaksproducten die hij op of na 1 juli 2013 geleverd krijgt en waarvoor hij een vóór 1 juli 2013 opgemaakte factuur heeft ontvangen dan wel vóór die datum een betaling heeft gedaan.
4.
Voor de toepassing van dit artikel behoren niet tot de aanwezige handelsvoorraad van de ondernemer de tabaksproducten die hij op of na 1 juli 2013 levert en waarvoor hij een vóór 1 juli 2013 opgemaakte factuur uitreikt dan wel vóór die datum de betaling voor deze tabaksproducten heeft ontvangen.
5.
Onverminderd de algemene wettelijke voor de heffing van de omzetbelasting geldende administratieve verplichtingen is de ondernemer die een verzoek doet als bedoeld in het eerste lid tevens gehouden op een zodanige wijze afzonderlijk aantekening te houden of te maken van de totalen aan kleinhandelsprijzen van de bij hem aanwezige handelsvoorraad dat daaruit op eenvoudige wijze het bedrag aan terug te geven omzetbelasting kan worden opgemaakt. Dit bedrag wordt gesteld op 21/121 deel van het totaal aan kleinhandelsprijzen van die handelsvoorraad. De ondernemer bewaart deze aantekeningen bij zijn administratie.
6.
Voor de toepassing van artikel 29, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt 21/121 deel van de kleinhandelsprijs aangemerkt als de belasting ter zake van leveringen.
7.
Het bedrag aan omzetbelasting waarvoor teruggaaf is verleend ingevolge een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt aangemerkt als belasting welke ingevolge artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in aftrek is gebracht.