Einde inhoudsopgave
Wet op de accijns
Artikel 35 [Bepaling sigaren-, sigaretten- en rooktabakaccijns]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
21-12-2022, Stb. 2022, 532 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36202)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
21-12-2022, Stb. 2022, 532 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36202)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
De accijns bedraagt voor:
- a.
sigaren: een ad-valoremaccijns van 11% van de kleinhandelsprijs;
- b.
sigaretten: een ad-valoremaccijns van 5% van de kleinhandelsprijs alsmede een specifieke accijns van € 362,12 per 1000 stuks, met dien verstande dat het minimumbedrag aan accijns in totaal ten minste € 390,42 bedraagt;
- c.
rooktabak: een specifieke accijns van € 346,98 per kilogram.
2.
Onder de kleinhandelsprijs wordt verstaan de prijs, met inbegrip van alle belastingen en de kosten van de verpakking, waarvoor het desbetreffende product wordt verkocht aan anderen dan wederverkopers.
3.
Voor de berekening van de accijns voor tabaksproducten die worden verbruikt binnen een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten wordt de kleinhandelsprijs gesteld op die van gelijke of soortgelijke producten die worden verbruikt buiten de accijnsgoederenplaats.
4.
Voor de berekening van de accijns wordt een tabaksrolletje als bedoeld in artikel 31 aangemerkt als twee sigaretten wanneer het, zonder filter of mondstuk, meer dan 8 cm doch niet meer dan 11 cm lang is, en als drie sigaretten wanneer het, zonder filter of mondstuk, meer dan 11 cm doch niet meer dan 14 cm lang is, enzovoort.