Einde inhoudsopgave
Kaderwet dienstplicht
Artikel 30 Bevoegdheid tot visitatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Bij de inwerkingtreding van deze wet is dit artikel opgeschort.
- Bronpublicatie:
03-10-2018, Stb. 2019, 160 (uitgifte: 25-04-2019, kamerstukken: 34764)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-2019, Stb. 2019, 234 (uitgifte: 28-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De dienstplichtige in werkelijke dienst is verplicht zich tijdens het verblijf in een gebouw, luchtvaartuig of voertuig alsmede op een vaartuig of een terrein, dat in gebruik is bij of ten behoeve van de krijgsmacht of dat de dienstplichtige tot verblijf of gebruik dient bij de vervulling van de taak in internationaal verband, te onderwerpen aan een in het belang van de dienst door het bevoegd gezag gelast onderzoek aan het lichaam of de kleding of van daar aanwezige goederen die de dienstplichtige toebehoren.
2.
Het bevoegd gezag op wiens last het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, plaats heeft, neemt de nodige maatregelen ten einde daarbij een onredelijke of onbehoorlijke bejegening te voorkomen.