V-N 2022/20.13
Ambtshalve niet-toekennen immateriële schadevergoeding hoeft geen motivering in uitspraak
HR 29-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:662, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 2022
- Magistraten
Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/02319
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS645635:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2022
ECLI:NL:HR:2022:662, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:78, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de totale procedure (bezwaar, beroep en hoger beroep) niet langer dan vier jaar heeft geduurd, zodat X terecht geen ambtshalve immateriële schadevergoeding heeft gekregen.
Samenvatting
X trekt over 2014 € 2500 af als contante giften aan een ANBI-stichting. Op basis van een onderzoek bij die stichting concludeert de inspecteur dat de kasadministratie geen werkelijk beeld geeft van de geldstromen. In 2016 wordt de ANBI-status met terugwerkende kracht ingetrokken. Volgens Hof Amsterdam zijn op grote schaal valse giftkwitanties verhandeld en gebruikt. Deze kwitanties hebben dus geen bewijskracht. X heeft geen ander plausibel bewijs ingebracht. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.