Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)
Artikel 25 Bilaterale overeenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
De bepalingen van deze overeenkomst vervangen de corresponderende bepalingen van de overeenkomsten tussen overeenkomstsluitende partijen. Voor de Europese Gemeenschap is deze bepaling van toepassing op overeenkomsten tussen lidstaten en een overeenkomstsluitende partij.
2.
Andere overeenkomstsluitende partijen dan de Europese Gemeenschap kunnen overeenkomen artikel 5 en bijlage 2 van deze overeenkomst niet toe te passen en andere technische normen toepassen voor bussen en touringcars die ongeregelde diensten uitvoeren tussen deze overeenkomstsluitende partijen, met inbegrip van het transitotraject over hun grondgebied.
3.
Onverminderd de bepalingen van artikel 6 van bijlage 2, vervangen de bepalingen van deze overeenkomst de corresponderende bepalingen van de overeenkomsten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en andere overeenkomstsluitende partijen.
De bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en andere overeenkomstsluitende partijen waarbij vrijstelling van een vergunning wordt verleend voor het in artikel 7 genoemde ongeregeld vervoer, kunnen worden gehandhaafd of verlengd. In dat geval stellen de overeenkomstsluitende partijen het bij artikel 23 ingestelde Gemengd Comité daarvan onverwijld in kennis.