Uitvoeringsregeling motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel 4c
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
02-12-2022, Stcrt. 2022, 33377 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000289823)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2023, Stb. 2023, 166 (uitgifte: 19-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. V, onderdeel A van de wet van 14-12-2006, Stb. 681.
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
1.
De houder van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven dan wel degene op wiens naam een kenteken is gesteld als bedoeld in artikel 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 kan bij de inspecteur een vergunning aanvragen om de belasting over nog niet aangevangen tijdvakken te mogen betalen in maandelijkse termijnen. Op het aanvraagformulier machtigt de aanvrager de ontvanger tot automatische incasso van de termijnen. Op het formulier worden tevens vermeld de naam, het adres en het rekeningnummer van de aanvrager en het kenteken van het motorrijtuig. De aanvrager ondertekent het formulier.
2.
De in het eerste lid bedoelde vergunning alsmede de in dat lid bedoelde machtiging heeft betrekking op:
- a.
elk motorrijtuig dat op naam van de aanvrager is gesteld of zal worden gesteld, tenzij de aanvrager in zijn verzoek aangeeft dat het verzoek uitsluitend geldt voor een bepaald motorrijtuig; of
- b.
elk kenteken als bedoeld in artikel 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 dat op naam van de aanvrager is gesteld of zal worden gesteld.
3.
De inspecteur verleent de vergunning bij beschikking.
4.
De inspecteur wijst de aanvraag af indien hij een eerder aan de aanvrager verleende vergunning heeft ingetrokken en er sedertdien minder dan een jaar is verstreken.
5.
De inspecteur kan de vergunning intrekken, indien binnen een periode van een jaar de incasso van een termijn driemaal niet is geslaagd.
6.
De vergunning eindigt:
- a.
indien deze geldt voor een bepaald motorrijtuig bij beëindiging van het houderschap daarvan; en
- b.
door opzegging door de aanvrager.
7.
Indien de vergunning is ingetrokken of geëindigd wordt een resterende belastingschuld over het lopende tijdvak nageheven.