Uitvoeringsregeling motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel 4a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2005
- Bronpublicatie:
23-04-2005, Stcrt. 2005, 83 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: WV2005/162M)
- Inwerkingtreding
01-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2005, Stcrt. 2005, 83 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: WV2005/162M)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
1.
Onder een niet-opvouwbare rolstoel wordt voor de toepassing van artikel 24a van de wet mede verstaan een ander in verband met de handicap noodzakelijk hulpmiddel van een dusdanige omvang of een dusdanig gewicht, dat de gehandicapte, rekening houdend met zijn specifieke handicap, voor zijn vervoer is aangewezen op het gebruik van een bestelauto.
2.
Onder een bestelauto, ingericht voor het vervoer als bedoeld in artikel 24a, eerste lid, van de wet, wordt verstaan een bestelauto die voorzieningen bevat ten behoeve van het vervoer van een niet-opvouwbare rolstoel of het vervoer van een ander hulpmiddel als bedoeld in het eerste lid en het gelijktijdige vervoer van de gehandicapte, zoals voorzieningen voor het met of vanuit een rolstoel of een ander hulpmiddel kunnen plaatsnemen in en verlaten van de bestelauto, voor het vastzetten van een rolstoel of een ander hulpmiddel in de cabine op de plaats van een zitplaats, en voor het vastzetten van een rolstoel of een ander hulpmiddel zonder passagier in de laadruimte.