Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/952
Aansprakelijkheidsrecht. Letselschade. Schadestaatprocedure. Stelplicht. Onvoldoende concretisering en onderbouwing door benadeelde van stellingen over schade?
HR 06-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1375
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/04153
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1375, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:777, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑07‑2023
Essentie
Aansprakelijkheidsrecht. Letselschade. Schadestaatprocedure. Stelplicht. Onvoldoende concretisering en onderbouwing door benadeelde van stellingen over schade?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/04153
Datum 6 oktober 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats], Polen,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: K. Aantjes,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaten: H.J.W. Alt en W.A. Jacobs.
Conclusie
Conclusie A-G mr. S.D. Lindenbergh:
1. Inleiding en samenvatting
1.1
In deze schadestaatprocedure tracht eiser zijn schade die het gevolg is van een val van circa twee meter hoogte vergoed te krijgen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.