NJB 2011, 308:Weigering van de officier van justitie om de Rijksrecherche een onderzoek te laten verrichten naar de verweten mishandeling van de verdachte bij zijn aanhouding door de politie is niet van die aard en door de verdediging ook niet aangevoerd dat daardoor ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan zijn recht op een eerlijke behandeling van de zaak is tekortgedaan

NJB 2011, 308

Weigering van de officier van justitie om de Rijksrecherche een onderzoek te laten verrichten naar de verweten mishandeling van de verdachte bij zijn aanhouding door de politie is niet van die aard en door de verdediging ook niet aangevoerd dat daardoor ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan zijn recht op een eerlijke behandeling van de zaak is tekortgedaan

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Weigering van de officier van justitie om de Rijksrecherche een onderzoek te laten verrichten naar de verweten mishandeling van de verdachte bij zijn aanhouding door de politie is niet van die aard en door de verdediging ook niet aangevoerd dat daardoor ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan zijn recht op een eerlijke behandeling van de zaak is tekortgedaan

Uitspraak

De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot 206 dagen gevangenisstraf wegens opzetheling.

Het middel bevat de klacht dat het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.