NJ 2022/142
Procesrecht. Beslag- en executierecht. Derdenbeslag op AOW-uitkering; beslagvrije voet (art. 475c (oud) Rv); verplichting opgave buitenlands inkomen op voet art. 475g lid 1 (oud) Rv.
HR 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1776, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 november 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01767
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS642153:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1776, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2020
- Wetingang
Samenvatting
Een schuldenaar is ingevolge art. 475g lid 1 (oud) Rv niet verplicht de deurwaarder desgevraagd behalve van zijn bronnen van inkomsten ook van zijn vermogen opgave te doen. De verplichting heeft slechts betrekking op zijn bronnen van inkomsten en is niet beperkt tot zijn bronnen van inkomsten in Nederland. De beslagvrije voet wordt op grond van art. 475d lid 6 (oud) Rv verminderd met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.