Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 128 Facilitation for issuing a means of proof by an authorised issuer
Geldend
Geldend vanaf 11-03-2024
- Bronpublicatie:
14-12-2023, PbEU L 2024, 2024/634 (uitgifte: 20-02-2024, regelingnummer: 2024/634)
- Inwerkingtreding
11-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2023, PbEU L 2024, 2024/634 (uitgifte: 20-02-2024, regelingnummer: 2024/634)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 153, lid 2, van het wetboek)
1.
Aan iedere in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon die aan de criteria van artikel 39, onder a) en b), van het wetboek voldoet, kan vergunning worden verleend voor de afgifte van:
- a)
het T2L of T2LF zonder dat hij om visering hoeft te vragen;
- b)
het douanemanifest zonder dat hij om visering en registratie van het bewijs door het bevoegde douanekantoor hoeft te vragen.
2.
Tot de datum van de uitrol van het PoUS-systeem zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU kunnen de douaneautoriteiten van elke lidstaat aan iedere in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon die een vergunning aanvraagt om de douanestatus van Uniegoederen te mogen vaststellen door middel van een factuur of een vervoersdocument met betrekking tot goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben en waarvan de waarde 15 000 EUR overschrijdt, een T2L- of T2LF-document of een scheepvaartmanifest, vergunning verlenen om deze documenten te gebruiken zonder dat hij deze ter visering aan het bevoegde douanekantoor hoeft voor te leggen.
3.
De aanvraag voor de in de leden 1 en 2 bedoelde vergunningen wordt ingediend bij de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit in de lidstaat waar de goederen voor het eerst met het oog op verzending in een vervoermiddel worden geladen en waar alle nodige informatie over de goederen beschikbaar is.
3 bis.
De in lid 1 bedoelde vergunning wordt alleen verleend op voorwaarde dat:
- a)
de aanvrager in het douanegebied van de Unie is gevestigd;
- b)
de aanvrager regelmatig het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen afgeeft of de bevoegde douaneautoriteiten weten dat de aanvrager kan voldoen aan de vereisten van het wetboek en van deze verordening voor het gebruik van deze bewijzen;
- c)
de aanvrager aan de in artikel 39, punten a), b) en d), van het wetboek vastgestelde criteria voldoet;
- d)
de bevoegde douaneautoriteit van oordeel is dat zij zonder onevenredige administratieve inspanningen toezicht op de door de aanvrager afgegeven bewijzen van Uniestatus zal kunnen houden en controles zal kunnen verrichten.
3 ter.
De in lid 1 bedoelde vergunning bepaalt met name:
- a)
de voorwaarden waaronder de administratie voor controledoeleinden ter beschikking van de douane moet worden gesteld en gedurende ten minste drie jaar moet worden bewaard;
- b)
de wijze waarop de toegelaten afgever moet aantonen dat de bewijzen correct zijn gebruikt;
- c)
de termijn waarbinnen en de wijze waarop de toegelaten afgever het bevoegde douanekantoor moet inlichten, zodat dit kantoor vóór het vertrek van de goederen de nodige controles kan verrichten.
4.
De in lid 2 bedoelde vergunning wordt alleen verleend wanneer:
- a)
de betrokkene geen ernstige of herhaalde inbreuken op de douane- of belastingwetgeving heeft gepleegd;
- b)
de bevoegde douaneautoriteiten in staat zijn om toezicht te houden op de regeling en controles te verrichten zonder dat zij daarvoor administratieve maatregelen moeten nemen die niet in verhouding staan tot de behoeften van de betrokkene;
- c)
de betrokkene een administratie voert aan de hand waarvan de douaneautoriteiten een doeltreffende controle kunnen verrichten, en
- d)
de betrokkene regelmatig het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen afgeeft, of de douaneautoriteiten van die persoon weten dat hij aan de wettelijke verplichtingen voor het gebruik van deze bewijzen kan voldoen.
5.
Wanneer de betrokkene de AEO-status heeft verkregen overeenkomstig artikel 38 van het wetboek, wordt aan de in lid 4, onder a) tot en met c), van dit artikel genoemde voorwaarden geacht te zijn voldaan.