V-N 2019/4.23
Cassatieberoep tegen beslissing wrakingskamer ontvankelijk vanwege schending beginsel hoor en wederhoor
HR 07-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2263, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2018
- Magistraten
Streefkerk, Polak, Du Perron, Kroeze, Wattendorff
- Zaaknummer
18/02825
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930253:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Civiel recht algemeen (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2263, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2018
- Wetingang
art. 6 EVRM
Essentie
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep tegen de beslissing van de wrakingskamer ontvankelijk omdat sprake is van veronachtzaming van het beginsel van hoor en wederhoor.
Samenvatting
In een echtscheidingszaak geeft de advocaat van de vrouw, verzoekster tot cassatie, zonder verdere toelichting aan dat hij elke vrijdagmiddag verhinderd is. Het hof houdt echter geen rekening met deze vaste verhinderdagen in de planning van een zitting en wijst een uitstelverzoek van de vrouw af. Verzoekster heeft hierop de raadsheren die de zaak behandelden, wegens de schijn van vooringenomenheid gewraakt. De wrakingskamer van Hof Amsterdam wijst het wrakingsverzoek af. Verzoekster komt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.