RvdW 2018/2
Caribische zaak. Erkenning en tenuitvoerlegging arbitraal vonnis onder Verdrag van New York 1958 in Curaçao; geldt een in Nederland onder Verdrag van New York verleend exequatur ook in andere landen van het Koninkrijk op voet art. 40 Statuut? Appeltermijn, art. 429 lid 2 Rv (Curaçao).
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/06072
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3104, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2016
- Wetingang
Art. 40 Statuut Koninkrijk; art. 429n, 989 lid 2 Rv (Curaçao)
Essentie
Caribische zaak. Erkenning en tenuitvoerlegging arbitraal vonnis onder Verdrag van New York 1958 in Curaçao; geldt een in Nederland onder Verdrag van New York verleend exequatur ook in andere landen van het Koninkrijk op voet art. 40 Statuut? Appeltermijn, art. 429 lid 2 Rv (Curaçao).
Art. 40 Statuut bepaalt dat vonnissen, door de rechter in Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten gewezen, en bevelen door hem uitgevaardigd, in het gehele Koninkrijk ten uitvoer kunnen worden gelegd. De vraag of een beslissing van een buitenlandse rechter dan wel van een buitenlands scheidsgerecht in de landen ...