NJB 2020/437
Intrekking WW-uitkering wegens verblijf in het buitenland anders dan wegens vakantie. Bewijslastverdeling. Het feit dat betrokkene op de vertreklijst staat voor terugkeer naar Polen vormt een indicatie dat betrokkene ook daadwerkelijk naar Polen is vertrokken. In samenhang bezien met de onduidelijkheid over de daadwerkelijke verblijfsplaats van betrokkene na afloop van het dienstverband met het uitzendbureau heeft het Uwv aannemelijk gemaakt dat betrokkene naar Polen is vertrokken. Onvoldoende tegenbewijs betrokkene
CRvB 05-02-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:184
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
5 februari 2020
- Magistraten
Mrs. Rottier, Van der Kris, Wijna
- Zaaknummer
18/5853 WW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Sociale zekerheid werkloosheid / Uitkeringsvoorwaarden
Sociale zekerheid werkloosheid / Uitkeringshoogte
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2020:184, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 05‑02‑2020
- Wetingang
(art. 19, lid 1, aanhef en onder e, WW; art. 64 Verordening (EG) nr. 883/2004)
Essentie
Intrekking WW-uitkering wegens verblijf in het buitenland anders dan wegens vakantie. Bewijslastverdeling. Het feit dat betrokkene op de vertreklijst staat voor terugkeer naar Polen vormt een indicatie dat betrokkene ook daadwerkelijk naar Polen is vertrokken. In samenhang bezien met de onduidelijkheid over de daadwerkelijke verblijfsplaats van betrokkene na afloop van het dienstverband met het uitzendbureau heeft het Uwv aannemelijk gemaakt dat betrokkene naar Polen is vertrokken. Onvoldoende tegenbewijs betrokkene
Uitspraak
Overwegingen
4.2.
Ter zitting heeft het Uwv de boete niet gehandhaafd. Dit betekent dat ter beoordeling voorligt of het Uwv terecht de WW-uitkering per 22 september 2014 heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.