Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 6
Artikel 193m [Aansprakelijkheid]
Geldend
Geldend vanaf 10-02-2017
- Bronpublicatie:
25-01-2017, Stb. 2017, 28 (uitgifte: 09-02-2017, kamerstukken: 34490)
- Inwerkingtreding
10-02-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2017, Stb. 2017, 28 (uitgifte: 09-02-2017, kamerstukken: 34490)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
1.
Indien ondernemingen door een gemeenschappelijk optreden een inbreuk hebben gepleegd op het mededingingsrecht, is elk van hun voor het geheel van de door de inbreuk veroorzaakte schade aansprakelijk.
2.
Mits volledige vergoeding van schade kan worden verkregen van de andere bij de inbreuk betrokken ondernemingen, is in afwijking van het bepaalde in lid 1 een kleine of middelgrote onderneming als bedoeld in Aanbeveling 2003/361/EG van de Europese Commissie die een inbreuk op het mededingingsrecht heeft gepleegd slechts jegens zijn directe en indirecte afnemers aansprakelijk, indien:
- a.
haar marktaandeel op de relevante markt tijdens de inbreuk voortdurend minder dan vijf procent bedroeg, en
- b.
de toepassing van lid 1 haar economische levensvatbaarheid onherstelbaar in gevaar zou brengen en haar vermogensbestanddelen al hun waarde zou doen verliezen.
3.
Lid 2 mist toepassing indien de onderneming:
- a.
een leidinggevende rol heeft gespeeld bij de inbreuk of andere ondernemingen heeft aangezet hieraan deel te nemen, of
- b.
eerder schuldig is bevonden aan een inbreuk op het mededingingsrecht.
4.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 is een ontvanger van immuniteit slechts jegens zijn directe en indirecte afnemers en leveranciers hoofdelijk verbonden tot vergoeding van de schade die voortvloeit uit de inbreuk, tenzij geen volledige vergoeding van schade kan worden verkregen van de andere bij de inbreuk betrokken ondernemingen.