Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 6
Artikel 193t [Verlenging verjaringstermijn]
Geldend
Geldend vanaf 10-02-2017
- Bronpublicatie:
25-01-2017, Stb. 2017, 28 (uitgifte: 09-02-2017, kamerstukken: 34490)
- Inwerkingtreding
10-02-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2017, Stb. 2017, 28 (uitgifte: 09-02-2017, kamerstukken: 34490)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
1.
Een procedure tot buitengerechtelijke geschillenbeslechting is een grond voor verlenging van de verjaringstermijn tussen de daarbij betrokken partijen. In geval van mediation eindigt de procedure doordat een van de partijen of de mediator aan de andere partij schriftelijk heeft meegedeeld dat de mediation is geëindigd of doordat in de mediation gedurende een periode van zes maanden door geen van de partijen enige handeling is verricht.
2.
Een handeling van een mededingingsautoriteit verricht in het kader van een onderzoek of procedure met betrekking tot de inbreuk op het mededingingsrecht waarop de rechtsvordering betrekking heeft, is een grond voor verlenging van de verjaringstermijn. De verlenging vangt aan de dag na het verstrijken van de verjaringstermijn. De duur van de verlenging is gelijk aan de periode benodigd voor de vaststelling van een definitieve inbreukbeslissing of het op andere wijze beëindigen van de procedure, vermeerderd met een jaar.