NJB 2013/905
Wet werk en bijstand. Begrip gezamenlijke huishouding. Wederzijdse zorg. Verhouding tot de rechtspraak over art. 1:160 BW: wel aansluiting bij die rechtspraak over de voorwaarde van wederzijdse zorg maar geen overname van de eisen die in die rechtspraak worden gesteld aan de aard van de relatie tussen de samenwonenden waaruit die wederzijdse zorg voortvloeit. (Subjectieve of duurzame) aard van de relatie tussen samenwonenden niet van belang
HR 12-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ6828
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2013
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Feteris, Koopman en Groeneveld
- Zaaknummer
12/03264
- LJN
BZ6828
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ6828, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2013
- Wetingang
Wet werk en bijstand art. 3
Essentie
Wet werk en bijstand. Begrip gezamenlijke huishouding. Wederzijdse zorg. Verhouding tot de rechtspraak over art. 1:160 BW: wel aansluiting bij die rechtspraak over de voorwaarde van wederzijdse zorg maar geen overname van de eisen die in die rechtspraak worden gesteld aan de aard van de relatie tussen de samenwonenden waaruit die wederzijdse zorg voortvloeit. (Subjectieve of duurzame) aard van de relatie tussen samenwonenden niet van belang
Partij(en)
Cassatieberoep belanghebbende
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
3.2. Volgens artikel 3, lid 3, van de WWB is van een gezamenlijke huishouding sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.