Prg. 2014/125
Toepassing Haviltexmaatstaf. Een verbintenisrechtelijk cessie- of verpandingsverbod heeft pas dan tevens goederenrechtelijke werking, indien zulks expliciet in die clausule is bepaald.
HR 21-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:682 (Coface/Intergamma)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 maart 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/05258
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Coface/Intergamma
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:682, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1380, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2012
- Wetingang
Essentie
Goederenrecht. Hebben contractuele bedingen die overdracht van vorderingen verbieden (cessie/verpanding), eveneens goederenrechtelijke werking?
Nee, tenzij naar objectieve maatstaf en volgens Haviltexmethode blijkt dat daarmee tevens goederenrechtelijke werking is beoogd.
Samenvatting
Aan Cofance Finanz heeft AFK Holland eerder haar vorderingen op Intergamma BV gecedeerd. Cofance Finanz komt op tegen het oordeel van het hof dat een contractueel verbod tot overdracht of verpanding van vorderingen zo moet worden uitgelegd, dat daarmee tevens goederenrechtelijke werking is beoogd.
De Hoge Raad overweegt dat de uitleg door het hof van contractuele verboden zoals in onderhavige zaak, anders dan het stelt in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.