JONDR 2019/564
HR: oordeel hof dat verdachte als (feitelijk) bestuurder heeft gehandeld, is niet onbegrijpelijk
HR 23-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:673
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2019
- Zaaknummer
17/03334
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:673, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Als bestuurder van een failliete rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers niet voldoen aan de verplichtingen m.b.t. het voeren van een administratie ex art. 2:10 BW en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, art. 343 Sr (oud). Bewijsklacht daderschap kan niet tot cassatie leiden. HR: art. 81.1 RO.
Samenvatting
In 2012 is X B.V. (“X”) in staat van faillissement verklaard. Door de laatste bestuurder is bij de curator in zijn geheel geen administratie ingeleverd en uit de bankafschriften bleek dat kort voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.